ambassadepost

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ambassadepost    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• am·bas·sa·de·post

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ambassade zn  en  post zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ambassadepost	ambassadeposten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ambassadepost m

1. betrekking op een ambassade

   ▸ Trump had zelf kort daarvoor juist veel kritiek geleverd op Khan. Zijn eigen kandidaat voor de ambassadepost is nog niet goedgekeurd.

2. ambassade in een bepaald land

   ▸ Dat is een stijl die natuurlijk krachtig overkomt en die ook goed is door te voeren op een ambassadepost in het verre buitenland, maar in Den Haag gelden toch andere regels? Daar moet wellicht meer worden vergaderd en gaat er veel tijd zitten in het bereiken van consensus.

3. naar een ambassade gezonden materiaal, zoals brieven; poststuk - poststukken

   ▸ Eis van 9 jaar voor drugssmokkel via ambassadepost: Officier van justitie B. Beune heeft donderdag bij de rechtbank in Haarlem wegens drugssmokkel negen jaar celstraf geëist tegen de 37-jarige A.K. uit Den Haag. De man heeft toegegeven dat hij betrokken was bij de smokkel van ruim 9 kilo cocaïne die was verstopt in diplomatieke post voor de Surinaamse ambassade in Nederland.

Gangbaarheid

• Het woord ambassadepost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.