tegen
Uiterlijk
- Geluid: tegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈteɣə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /teːχən/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /teːɣən/
- te·gen
- In de betekenis van ‘in de andere richting, ten aanzien van’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1284.[1]
- Middelnederlands tēghen, naast ouder tjēghen, samengetrokken uit te + jēghen, waarvoor zie jegens. Te diende daarin om aan te duiden in welke richting een handeling plaatsvond; vgl. Oudnederlands angegin, ingegen ‘tegemoet, in strijd met’.[2] Evenzo gevormd zijn Nederduits tegen ‘tegen’ en Duits zugegen ‘aanwezig’; met genitiefuitgang Oudfries tōjēnis(t) en Oudengels tōgēanes.
tegen
- zijdelings aanleunend
- De fiets staat tegen de deur.
- oneens met, ter bestrijding van
- Er is geen middel tegen deze ziekte.
- Het raadslid stemde tegen het voorstel.
- voor of omstreeks een bepaalde tijd
- We gingen tegen de ochtend naar huis.
- Het liep tegen zevenen toen hij binnenkwam.
- Tegen de tijd dat hij het doorkreeg, was alles al verloren.
- de ontvangende persoon van een boodschap: aan
- Ik heb het tegen je gezegd.
- ▸ "Dat wordt straks wel even wennen", zegt machinist Jos van der Veen tegen RTV Noord. Hij had gisteravond zijn laatste rit naar het "oude hoofdstation"". "Ik vind het mooi om een stukje spoorweggeschiedenis mee te maken, zowel aan het einde van iets of het begin van iets. Nu mag ik het einde meemaken, hartstikke leuk."[3]
- ▸ "De beste manier om riffen te beschermen is het stoppen van de klimaatverandering", zegt koraaldeskundige Mark Eakin tegen persbureau AP. "Dat betekent dat we de uitstoot door het verbranden van fossiele brandstoffen moeten terugdringen. Al het andere is eerder een soort van pleister dan een oplossing."[4]
- voor de prijs van
- Ik ruilde met de buurjongen tien knikkers tegen een bal.
ergens zwaar moeite mee hebben
het er niet er mee eens zijn en er tegen in gaan
aan een stuk doorgaan (met liegen)
betrapt/gesnapt worden
iets doen wat totaal niet helpt
tegen de meerderheid ingaan
ondanks zware omstandigheden toch vooruit komen
met tegenzin doen
met tegenzin
Zich verzetten
zich verzetten tegen iets wat niet tegen te gaan is
ongeneeslijk
niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen
iemand door de eigen toedoen boos maken
geen kant op kunnen, hooguit een laatste uitweg
mislopen
|
1. zijdelings aanleunend
| vnw. bijw. | ||
|---|---|---|
| voorzetselbijwoord | tegen | |
| persoonlijk | ertegen | |
| aanwijz. | nabij | hiertegen |
| veraf | daartegen | |
| vragend/betrekk. | waartegen | |
tegen
- (predicatief) oneens, negatief
- Bent u voor of tegen?
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- tegenspreken: Hij sprak deze bewering tegen.
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
- voorzetsels/bijwoorden
- samengestelde werkwoorden:
- zelfstandig naamwoorden:
- bijvoeglijk naamwoorden:
- Daar is geen kruid tegen gewassen.
- Dat is hopeloos; daar bestaat geen middel tegen.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | tegen | tegens |
| verkleinwoord | - | - |
het tegen o
- negatief argument of negatieve kant
- Het tegen kreeg meer aandacht dan het voor.
- Het woord tegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegen" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "tegen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tegen op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Station Groningen ruim twee maanden dicht vanwege verbouwing” (10 mei 2025), NOS - ↑
Weblink bron “Meer dan 80 procent van koraalriffen lijdt onder hittestress, mogelijk onherstelbaar” (23 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Voorzetsel in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %