tegenstrijdigheden
Uiterlijk
- te·gen·strij·dig·he·den
- Afgeleid van tegenstrijdig met het achtervoegsel -heden.
de tegenstrijdigheden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tegenstrijdigheid
- ▸ Ze zat vol tegenstrijdigheden, was ontwapenend lief maar kon ook onverwacht fel uit de hoek komen zodra iemand te dichtbij kwam of te veel van haar verwachtte.[1]
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers