tegenstribbelen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tegenstribbelen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·gen·strib·be·len

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tegen bw  en  stribbelen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
tegenstribbelen	stribbelde tegen	tegengestribbeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

tegenstribbelen

1. inergatief weerstand bieden

Synoniemen

• tegenspartelen, tegensputteren, verzetten [1]
• kribbebijten, kribben

Afgeleide begrippen

• tegenstribbelaar, tegenstribbeling

Vertalingen

    1. weerstand bieden   

Duits: sich sträuben (de), mucken (de), murren (de) Engels: resist (en)

Frans: résister (fr) Spaans: respingar (es), cocear (es)

Gangbaarheid

• Het woord tegenstribbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tegenstribbelen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.