tegenspel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tegenspel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·gen·spel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tegen  en  spel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tegenspel	tegenspellen tegenspelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tegenspel o

1. tegenspel bieden: in een spel het spel van de tegenstander spelen zonder wie het spel enerzijds niet gespeeld kan worden, maar dat tevens het doel heeft om de speler te verslaan

   • De concurrenten begonnen onderhand meer tegenspel te bieden, waardoor de mannen eveneens zinden op verbreding in Nederland. De Toto/Lotto - later Lotto geheten - had de introductie van een dagelijkse trekking en krasloten aangekondigd. Krasloten waren nieuw en zeer populair in het buitenland. De Staatsloterij was sinds de komst van de Postcode Loterij een veel agressiever beleid gaan voeren met meer verkooppunten, meer televisie en hoger prijzengeld.  
   • Van zo’n parlement valt weinig tegenspel te verwachten. Maar dat verklaart nog niet waarom de Doemaleden in de afgelopen vijf jaar over elkaar heen zijn gevallen met wetsvoorstellen die de burgervrijheden drastisch inperken. 
   • Krijgt Rutte met u als voorzitter klapvee of biedt u serieus tegenspel? 
   • Op drie: een nieuwe kunsthal, een plek voor actuele kunst, in Amsterdam-Zuidoost, zonder collectie, met wisselende programmering, vooral van kunstenaars die in Amsterdam zijn opgeleid. 'De stad heeft een keten van plekken nodig die kunstenaars in de ontwikkeling van hun oeuvre volgt, steunt, faciliteert en die tegenspel biedt aan de markt. Want commerciële galeries zijn mooi, maar ze vragen wel 50 procent van de opbrengst.' 
   • Als ex-AIVD’er sloeg ik de ophef met verbazing gade. Wonderlijk dat zoveel intelligente mensen blindelings geloven in de ‘goede bedoelingen’ van Snowden. Bertholee spoorde de journalistiek juist aan Snowden kritischer te onderzoeken en tegenspel te bieden. 

Synoniemen

• weerwerk, tegengas, respons, beantwoording, antwoord, tegenstand

Afgeleide begrippen

• tegenspelen, tegenspeler

Gangbaarheid

• Het woord tegenspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegenspel" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.