tegenbetoger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tegenbetoger (hulp, bestand)
- IPA: / ˈteɣə(n)bəˌtoɣər / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- te·gen·be·to·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegen bw en betoger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tegenbetoger | tegenbetogers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tegenbetoger m
- persoon die deelneemt aan een protestmars tegen een andere protestmars
- ▸ Ook in Antwerpen en Kessel-Lo (bij Leuven) waren er eerder al incidenten met tegenbetogers bij lezingen van Dewinter.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'tegenbetoger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Gentse politie pakt 9 mensen op bij betoging tegen lezing van Filip Dewinter, die begint met duw-en-trekwerk en vertraging” (1 december 2022) op vrt.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal