tegenlachen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tegenlachen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·gen·la·chen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tegen en lachen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tegenlachen |
lachte tegen |
tegengelachen |
zwak -t
gemengd |
volledig |
Werkwoord
tegenlachen
- lachend tegemoet zien
- Neen ! de gulden middelmaat en het stil huisselijk leven waren de eenigste uitzigten, die hem tegenlachten.[1]
Vertalingen
1. lachend tegemoet zien
Gangbaarheid
- Het woord tegenlachen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ A.J. van der Aa, Nieuw biograpisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche Dichters, 1844, p. 38
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal