oranje

Niet te verwarren met: Oranje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oranje    (hulp, bestand)
• IPA: /oˈrɑɲə/

Woordafbreking

• oran·je

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kleurnaam’ voor het eerst aangetroffen in 1282
• Van het Franse orange, dat op zijn beurt is afgeleid van het Spaanse naranjo "sinaasappelboom" en naranja "sinaasappel".

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oranje
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oranje o

1. (kleur) secundaire kleur gelegen tussen geel en rood, met een golflengte van ca. 620 - 585 nanometer

   • Heeft u die ook in het oranje? 
   • De kracht van oranje ligt in de blijdschap en creativiteit die het kan oproepen.  

Hyperoniemen

• regenboogkleur

Vertalingen

    secundaire kleur gelegen tussen geel en rood, met een golflengte van ca. 620 - 585 nanometer   

Engels: orange (en)

Pools: pomarańcz (pl) v

Verwijzingen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	oranje	oranjer	oranjest
verbogen		oranjere	oranjeste
partitief	oranjes	oranjers	-

Bijvoeglijk naamwoord

oranje

1. de kleur oranje hebbend

   • Sinaasappels zijn oranje. 
   • Mag ik die oranje kikker nog eens zien? 

Hyponiemen

   

briljant oranje dieporanje = donkeroranje feloranje = geeloranje parelmoeroranje = pasteloranje roodoranje signaaloranje = verkeersoranje zalmoranje zuiver oranje

Afgeleide begrippen

   

Oranje-Vrijstaat Oranjezon oranjeachtig oranjeappel oranjebitter = oranjebloesem oranjeboom oranjebruin oranjegeel oranjegekte = oranjegevoel oranjehemd oranjekaakje oranjekleur oranjekleurig = oranjekoek oranjekoorts oranjelegioen oranjelikeur oranjemarmelade = oranjepartij oranjerood oranjeschil oranjeslokje oranjetip

Vertalingen

    1. de kleur oranje hebbend   

Afrikaans: oranje (af) Armeens: նարնջագույն (hy) Bosnisch: narandžasta (bs) v Bretons: liv (br), orañjez (br) Bulgaars: оранжев (bg) m Catalaans: taronja (ca) v Chinees: 橙色 (zh), 橙黄色 (zh) Deens: orange (da) Duits: orange (de) Engels: orange (en) Esperanto: oranĝa (eo), oranĝkolora (eo) Fins: oranssi (fi) Frans: orange (fr) m Galicisch: laranxa (gl) v Grieks: πορτοκαλί (el) Hebreeuws: כתום (he) Hongaars: narancssárga (hu), narancs szín (hu), narancs (hu) Ido: oranjea (io) Iers: flannbhuí (ga), dath oráiste (ga) m, oráiste (ga) IJslands: appelsínugulur (is) Indonesisch: jingga (id), oranye (id) Italiaans: arancio (it), arancione (it) m Japans: オレンジ色 (ja), 橙色 (ja) Koerdisch: pirteqalî (ku) Latijn: aurantiacus (la) Lets: oranžs (lv) Litouws: oranžinė spalva (lt) v, apelsininė spalva (lt) v

Maltees: oranġjo (mt), laringa (mt) v Noordelijk Sami: oránša Noors: oransje (no) m Occitaans: iranjat (oc) Papiaments: manaña, koló di ~ Pools: pomarańczowy (pl) v Portugees: laranja (pt) m, alaranjado (pt) m, cor-de-laranja (pt) v Roemeens: portocaliu (ro) m, portocalie (ro) v Russisch: оранжевый (ru) Sardisch: colore de aranzu (sc), ruggiu (sc), ruiu (sc), arrubiu (sc) Servisch: Cyrillisch: наранџаста (sr) v Westers: narandžasta (sr) v Sindhi: نارنگِي (sd) Sloveens: oranžna (sl) v Slowaaks: oranžová (sk) Spaans: naranja (es) m, anaranjado (es) m Thai: ออเรนจ์ (th) Turks: turuncu (tr), portakal rengi (tr) Vietnamees: màu da cam (vi), màu cam (vi), (màu (vi)) cam (vi) Welsh: oren (cy), melyngoch (cy) Wit-Russisch: оранжево (be) Zweeds: orange (sv), brandgul (sv)

Gangbaarheid

• Het woord oranje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oranje" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)

Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 585 nanometer, tussen geel en rood

Bijvoeglijk naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur oranje hebbend

Afrikaans

Uitspraak

• geluid

Bijvoeglijk naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 585 nanometer, tussen geel en rood

Bijvoeglijk naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur oranje hebbend

Twents

Zelfstandig naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur van licht met een golflengte tussen de ca. 620 en 585 nanometer, tussen geel en rood

Bijvoeglijk naamwoord

oranje

1. (kleur) oranje; de kleur oranje hebbend