koraal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  koraal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ko·raal

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘kerkgezang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1612
• Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘poliepenskelettenmassa’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koraal	koralen
verkleinwoord	koraaltje	koraaltjes

Zelfstandig naamwoord

koraal o

1. (dierkunde) skelet van de koraalpoliep
2. (kleur) een oranjerode kleur, de kleur van koraal
3. (religie) (muziek) plechtig kerkgezang

Synoniemen

• koraalkleur, koraalkleurig

Hyponiemen

   

amberkoraal andijviekoraal = bidkoraal bloedkoraal = boskoraal brandkoraal = hersenkoraal lichtkoraal roodkoraal = sponskoraal steenkoraal tandhoornkoraal

Afgeleide begrippen

   

koraalbank (1) koraalboom koraalcantate = koraaldier koraalduivel koraaleiland (1) koraalfuga = koraalgezang koraalkleur koraalkleurig koraalmuziek = koraalplant koraalrif (1) koraalrood koraalsla = koraalvis koraalvlinder koraalwortel Koraalzee

Vertalingen

    1. skelet van de koraalpoliep   

Duits: Koralle (de) v Engels: coral (en) Frans: corail (fr) m

Italiaans: corrallo (it) m Spaans: coral (es) m

Gangbaarheid

• Het woord koraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koraal" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)