dierkunde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dier·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierkunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dierkundev

  1. (wetenschap) de wetenschap die de dieren bestudeert
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be