zien
Uiterlijk
- zien
- In de betekenis van ‘met het oog waarnemen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [1]
- afkomstig van:
- Middelnederlands: sien
- Oudnederlands: sian
- Germaans: *sehwanan
- Indo-Europees: *sekʷ-
- Verwant in Germaans:
- Verwant in Romaans:
- Verwant in Grieks:
- Verwant in Baltisch:
- Verwant in Indo-Arisch:
- Verwant in Anatolisch:
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| zien |
zag |
gezien |
| klasse 5
onregelmatig |
volledig | |
zien
- overgankelijk waarnemen met het oog
- inergatief het vermogen hebben om met het oog waar te nemen
- Hij was dolblij dat hij na het ernstige ongeluk toch nog kon zien.
- inergatief een bepaald gezicht trekken, eruitzien als, de indruk geven van
- Hij zag erg boos.
- ergens een mening over hebben
- ▸ Goldie en Barbie zagen het als één groot avontuur, maar ik liep in het begin wat onwennig achter ze aan.[2]
- ▸ Opgeladen in 5 minuten: Van Dillen ziet dat de Chinese automerken vooral kijken naar concurrenten uit eigen land. Dat is tekenend voor de grote stappen die Chinese elektrische automerken in korte tijd hebben gezet. Zo presenteerde BYD auto's die binnen 5 minuten voor 85 procent zijn opgeladen.[3]
- wederkerend hulpwerkwoord zich + volt. deelwoord + ~: maakt een wederkerende constructie
- De stad zag zich overspoeld met enthousiaste aanhangers van beide clubs.
- proberen, moeite doen
- Ik zal zien of ik na zo'n lange werkdag nog zin heb om te helpen verhuizen.
- (als) beschouwen
- Hij wordt gezien als de beste vertolker van het levenslied.
- Abraham gezien hebben
ouder dan 50 jaar zijn (mannelijk)
- Als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen.
zich voornamer voordoen dan men in het echt is, met gezichtsverlies tot gevolg
- De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet
een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft
- De tanden laten zien
zich heel erg fel verdedigen
- De zon niet in het water kunnen zien schijnen
jaloers zijn, iets niet kunnen verdragen
- Die staat ziet toe dat hij niet valle.
mensen die alles denken te weten of kunnen, moeten zelf maar oppassen voor fouten en problemen
- Doe wel en zie niet om.
doe datgene wat je doet goed, doe goede daden, maar verwacht niet geprezen te worden of een dankje wel daarvoor
- Doe wel naar mijn woorden, maar ziet niet naar mijn daden.
ik geef raad waar je je het beste aan kan houden, maar ik doe het zelf niet
- Door de bomen het bos niet meer zien
door een overvloed aan informatie het overzicht verliezen
- Ergens geen been in zien
ergens geen probleem in zien
- Ergens geen brood in zien
niet denken dat iets kan werken
- Ergens geen gat in zien
geen oplossing meer zien
- Het wel gezien hebben
er genoeg van hebben
- Het oog ziet altijd van zich af.
de eigen fouten ziet men niet, maar andermans fouten altijd wel
- Iemand de hielen laten zien
inhalen of beter presteren dan de ander
- Iemand naar de ogen zien
pas iets doen als de ander toestemming geeft
- Iemand niet kunnen luchten of zien
een hekel aan iemand hebben
- Iets door de vingers zien
doen alsof de fouten van een ander niet opgemerkt worden
- Iets over het hoofd zien
iets vergeten of ontbreken
- In geen velden of wegen te zien zijn
iets is helemaal nergens te vinden
- In het veen ziet men niet op een turfje.
wie rijk is let niet op een euro meer of minder
- Mij niet gezien
Daar begin ik niet aan
- Niet verder zien dan je neus lang is
niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn
- Sara gezien hebben
ouder dan 50 jaar zijn (vrouwelijk)
- Verdrinken eer men water gezien heeft
mislukken voordat het begonnen is
- Wat baten kaars en bril, als den uil niet zien en wil.
het heeft geen zin iemand te helpen die toch niet wil meewerken
- Ze zien ze vliegen
niet goed bij het verstand zijn
- Zien wie de blankste billen heeft
zien wie er het beste voor staat
- Zwarte sneeuw zien
ellende meemaken, vreselijk afzien
1. waarnemen met het oog
2. het vermogen waar te nemen
- Het woord zien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zien" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- 1 2 3 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑
Weblink bron Aïda Brands“Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
zien
zien
zien
zien
zien
zien
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Sterk werkwoord klasse 5 in het Nederlands
- Onregelmatig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Hulpwerkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Gronings
- Bezittelijk voornaamwoord in het Gronings
- Woorden in het Limburgs
- Bezittelijk voornaamwoord in het Limburgs
- Woorden in het Nedersaksisch
- Bezittelijk voornaamwoord in het Nedersaksisch
- Werkwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Bezittelijk voornaamwoord in het Veluws
- Werkwoord in het Veluws