bezien

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: beziën

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zien
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zien met het voorvoegsel be-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezien
bezag
bezien
klasse 5

onregelmatig

volledig

Werkwoord

bezien

  1. overgankelijk in ogenschouw nemen
    • Dat zal opnieuw bezien moeten worden. 
Uitdrukkingen en gezegden
  1. het staat nog te bezien: het is nog helemaal niet zeker
    • Het staat nog te bezien of die reis doorgaat nu het weer zo slecht is. 
  2. het valt nog te bezien: daar moet nog over nagedacht worden
    • Het valt nog te bezien of onze school volgend jaar nog bestaat. 
Vertalingen

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bezien: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van: bezien…
verbogen vorm: beziene

bezien

  1. voltooid deelwoord van bezien
Antoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be