ver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ver verder verst
verbogen verre verdere verste
partitief vers verders -

Bijvoeglijk naamwoord

ver

  1. afgelegen
    • Jij hebt wel in verre landen gewoond. 

Bijwoord

ver

  1. op grote afstand
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
• Je mag best kritiek hebben, maar de scheldwoorden die je gebruikt gaan te ver. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Latijn

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver

Zelfstandig naamwoord

vēr o

  1. lente
Verbuiging
Overerving en ontlening


Portugees

Uitspraak
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
via
visto
volledig

Werkwoord

ver

  1. zien


Spaans

Uitspraak
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ver
veía
visto
volledig


Woordafbreking
  • ver

Werkwoord

ver

  1. zien, opmerken, kijken, bekijken, aanschouwen, turen, staren
Synoniemen


Hongaars

Uitspraak

Werkwoord

ver

  1. slaan