kool
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kool | kolen |
verkleinwoord | kooltje | kooltjes |
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelnederlands kole, van Protogermaans *kula
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde), (groente) Brassica
een eetbare plant met veel ondersoorten uit de kruisbloemfamilie
- Een kool met een verfijnde smaak.
- een zwarte brandstof die voornamelijk uit koolstof bestaat
Verwante begrippen
Anagrammen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
[1] "eetbare plant"
- De kool en de geit sparen
Een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn
- Het is allemaal kool
Stoett-1239 [2]
- Het sop is de kool niet waard
een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven
- Iemand een kool stoven
iemand op een onprettige manier ertussen nemen
- Iets met een zwarte kool tekenen
Stoett-1238 [3]
- Je kan niet de kool en de geit sparen
je moet keuzes maken
- Oom Kool
Stoett-1700 [4]
Vertalingen
1. een eetbare plant met veel ondersoorten uit de kruisbloemfamilie
|
|
2. een zwarte brandstof die voornamelijk uit koolstof bestaat
|
|
Gangbaarheid
- Het woord kool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kool" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "kool" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kool | kolen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kool
- (plantkunde)(groente) kool; een eetbare plant met veel ondersoorten uit de kruisbloemfamilie
Afgeleide begrippen
Drents
Zelfstandig naamwoord
kool
Synoniemen
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kool | kolen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kool
- (plantkunde)(groente) kool; een eetbare plant met veel ondersoorten uit de kruisbloemfamilie
- (plantkunde)(groente) wittekool
Schrijfwijzen
- Kohl
- –
Synoniemen
- –
- boesekool / boeskole / boeskool / boezenkool / busekool / buuskåål / Buuskoal, kabbes, kabbeskool, witte kool
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Veluws
Zelfstandig naamwoord
kool
- (plantkunde)(groente) kool; een eetbare plant met veel ondersoorten uit de kruisbloemfamilie
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Plantkunde in het Achterhoeks
- Groente in het Achterhoeks
- Woorden in het Drents
- Zelfstandig naamwoord in het Drents
- Plantkunde in het Drents
- Groente in het Drents
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Plantkunde in het Nedersaksisch
- Groente in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Plantkunde in het Veluws
- Groente in het Veluws