koolmees

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Mannetje
Uitspraak
Woordafbreking
  • kool·mees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koolmees koolmezen
verkleinwoord koolmeesje koolmeesjes

Zelfstandig naamwoord

koolmees v/m

  1. (zangvogels) Parus major op Wikispecies een geel met zwarte zangvogel
    • Koolmezen maken gaten in nesten van eikenprocessierupsen en eten zowel jonge als oude exemplaren, maar hebben bij grote plagen maar een beperkte invloed, constateerden gemeenten die nestkasten hadden laten ophangen 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen