kolenvuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·len·vuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kolenvuur kolenvuren
verkleinwoord kolenvuurtje kolenvuurtjes

Zelfstandig naamwoord

het kolenvuuro

  1. vuur dat ontstaat door brandende steenkool
     Het ambacht van smid is eeuwenoud, maar heeft nog alles in zich van puur vakmanschap. John Tijhuis beheerst de kunst om met gloeiend kolenvuur, heet staal en de smidshamer uit metaal een vorm te maken. Zijn creaties zijn in heel Almelo zichtbaar.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2024 Weblink bron
    Henk van Schuppen
    “Smederij Tijhuis in Almelo: Monumentaal ambacht op historische grond” (09-09-2022), Tubantia