mergkool
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- merg·kool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van merg zn en kool zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mergkool | mergkolen |
verkleinwoord | mergkooltje | mergkooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) (voeding) een variëteit Brassica oleracea var. medullosa die in Nederland werd geteeld als voedergewas in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. Mergkool vormt een verdikte stengel, die ook als groente gegeten kan worden. Ook de jonge bladeren zijn eetbaar. In het midden van de vijftiger jaren van de twintigste eeuw bedroeg het areaal ongeveer 900 ha. In 1976 was het areaal teruggelopen tot minder dan 1 hectare
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'mergkool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] mergkool op Wikidata