kolenkachel

Nederlands

kolenkachel

Uitspraak

• Geluid:  kolenkachel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ko·len·ka·chel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kool zn  en  kachel zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kolenkachel	kolenkachels
verkleinwoord	kolenkacheltje	kolenkacheltjes

Zelfstandig naamwoord

de kolenkachel v / m

1. verwarmingstoestel waarin steenkolen worden gebruikt als brandstof

   ▸ De afgelopen jaren werd de lucht alsmaar schoner. Zo droegen het verdwijnen van de kolenkachel en strengere milieunormen bij aan de daling in mistdagen. In het voormalige Oost-Duitsland was de daling nog sterker: toen de vervuilende industrie daar verdween, zakte het aantal mistdagen in Postdam van 150 naar 60.

   ▸ Wie verwacht dat het appartement aan de Schönhauser Allee 104 nog naar Merkels smaak is ingericht, komt bedrogen uit. Na de val van de Muur onderging de wijk een enorme opknapbeurt. De kolenkachel werd verruild voor centrale verwarming en in de slaapkamer staat inmiddels een hagelwitte Ikea-kast. De geur van aardappelsoep, Merkels lievelingsgerecht, hangt er niet meer.

   ▸ Volgens de vissers heeft de pulsvisserij alles wat maatschappelijke organisaties willen: minder bijvangst, minder brandstofverbruik en minder bodemberoering. "Het is hetzelfde als alle zonnepanelen van het dak halen en weer teruggaan naar de kolenkachel."

Gangbaarheid

• Het woord 'kolenkachel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.