kruisbloemenfamilie
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kruis·bloe·men·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kruisbloem zn en familie zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisbloemenfamilie | |
verkleinwoord | kruisbloemenfamilietje | kruisbloemenfamilietjes |
Zelfstandig naamwoord
de kruisbloemenfamilie v
- (bloemplanten) een wereldwijd voorkomende plantenfamilie Brassicaceae (of Cruciferae: beide namen zijn toegestaan) die bekend staat om de vele eetbare soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- barbarakruid, boerenkers, bolletjeskool, herderstasje, hongerbloempje, huttentut, judaspenning, kool, kruidkers, lepelblad, scheefkelk, schildzaad, steenraket, tuinradijs, veldkers, waterkers, zandkool
- armbloemige scheefkelk, bittere scheefbloem, bolletjesraket, bosboerenkers, damastbloem, dwergkers, gewone raket, glad brilkruid, grijskruid, grijze mosterd, grote hardvrucht, grove varkenskers, herik, Hongaarse raket, kalkraket, kerguelenkool, klein tasjeskruid, kleine varkenskers, knopherik, kruipende steenkers, liggende raket, look-zonder-look, maasraket, mierik, muurbloemmosterd, oosterse raket, priemkruid, rotsschildzaad, rozetsteenkers, schermscheefbloem, schijnraket, sofiekruid, spiesraket, strandviolier, vinkenzaad, violier, vroegeling, wede, witte mosterd, witte steenraket, zandraket, zeeraket, zilverschildzaad, zwaardherik
Gangbaarheid
- Het woord 'kruisbloemenfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kruisbloemenfamilie in het Nederlands Soortenregister N
- [1] kruisbloemenfamilie op Wikidata