koolplant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kool·plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koolplant | koolplanten |
verkleinwoord | koolplantje | koolplantjes |
Zelfstandig naamwoord
- Brassica oleracea plant die men kweekt i.v.m. de vele eetbare varianten
- Sommige planten, waaronder koolsoorten, maken gif aan dat ze tegen vraatinsecten beschermt. Het koolwitje heeft daar echter lak aan en gebruikt de geur van dat gif om een koolplant te herkennen. [2]
- De schimmel veroorzaakt knobbels en misvormingen aan de wortel en daardoor verschrompelt de koolplant. Ik kan op mijn klei alleen in het vroege voorjaar bloemkool telen. Kennelijk wordt de schimmel pas actief als de temperatuur stijgt. Alle koolsoorten kunnen geteisterd worden door knolvoet, maar mijn ervaring is dat bloemkool enorm kwetsbaar blijkt terwijl boerenkool er zelden last van heeft. [3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'koolplant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koolplant" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 31-07-2013 Plant roept lijfwacht op met heus SOS-signaal
- ↑ NRC Maarten ’t Hart 27 oktober 1998 Houtsmuller
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be