brand
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |

Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brand (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈbrɑnt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbrɑnt/
- (Limburg): /ˈbrɑnd/
Woordafbreking
- brand
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vuur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brand | branden |
verkleinwoord | brandje | brandjes |
Zelfstandig naamwoord
brand m
- verbranding met vuur
- Er is een brand in de school.
- (figuurlijk) iets dat heel warm en schadelijk is
- ▸ Ik liep als het ware met een rasp in mijn achterste (chafing noemen ze dat in Amerika) wat verschrikkelijk veel pijn deed, het was alsof ik in brand stond. Zelfs met speciaal chafing-poeder (‘Anti Monkey Butt Powder’) bleef de pijn de hele dag doorzeuren.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
- [2] vuurzee
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- in brand vliegen
- Dominee brand je bekje ( of befje ) niet
- In de brand zitten
- Moord en brand schreeuwen
erg hard/uitbundig schreeuwen
- Uit de brand zijn
geholpen zijn, problemen opgelost
- Zo helder (schoon, zuiver) als een (de) brand
Vertalingen
1. een verbranding met vuur
Werkwoord
vervoeging van |
---|
branden |
brand
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
- Ik brand.
- gebiedende wijs van branden
- Brand!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van branden
- Brand je?
Gangbaarheid
- Het woord brand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "brand" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- brand
Woordherkomst en -opbouw
- [A]: Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr
- [B]: Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord brand
Naar frequentie | 11016 |
---|
[A]+[B] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | brand | branden | brander | brandene |
genitief | brands | brandens | branders | brandenes |
Zelfstandig naamwoord
[A]: brand, m
Schrijfwijzen
- [3-4]: brande
Synoniemen
Hyperoniemen
Zelfstandig naamwoord
[B] brand, m
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
brand
- verouderde spelling of vorm van brann
- onbepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud van brand
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- brand
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | brand | branden | brandar | brandane |
Zelfstandig naamwoord
brand, m
- een gesneden post of stok
- dwarshout
- een lange knuppel
- bonk, vent
- een bevreesde, onverschrokken persoon
Schrijfwijzen
- [4-5]: brande
Synoniemen
Hyperoniemen
Zelfstandig naamwoord
brand
- verouderde spelling of vorm van brann
- onbepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud van brand
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- brand
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord brandr (Oudzweeds: brander)
Naar frequentie | 4479 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | brand | branden | bränder | bränderna |
genitief | brands | brandens | bränders | brändernas |
Zelfstandig naamwoord
brand, g
- brand
- «Ingen person skadades i samband med branden.»
- Niemand raakte gewond bij de brand.
- «Ingen person skadades i samband med branden.»
- (medisch) koudvuur, nat gangreen
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Klemtoonhomogram in het Noors
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Oude spelling van het Noors
- Dubbele betekenis in het Noors
- Verouderd in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Verouderd in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 5
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Medisch in het Zweeds