brandstof
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brand·stof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brand ww en stof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandstof | brandstoffen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen
- (figuurlijk) stof tot nadenken
- ▸ Het was te veel brandstof, vliegtuigbrandstof zou je kunnen zeggen, voor mijn fantasie, wedijverend met mijn vader, de ambassadeur en wedstrijdzwemmer.[2]
Hyponiemen
- biobrandstof, dieselbrandstof, kernbrandstof, motorbrandstof, transportbrandstof, vliegtuigbrandstof
Afgeleide begrippen
- brandstofcel, brandstofelement, brandstofinjectie, brandstofmeter, brandstofmotor, brandstofpomp, brandstoftank, brandstoftoeslag, brandstofverbruik
Vertalingen
1. stof waaruit door middel van verbranding of een ander chemisch proces energie wordt gewonnen
Gangbaarheid
- Het woord brandstof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "brandstof" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Algemeene oefenschoole van konsten en weetenschappen. Tweede afdeeling; behelzende de natuurlyke historie des aardryks.” (1782), Meyer, Pieter (erven) Amsterdam
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be