brandmeldcentrale
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brand·meld·cen·tra·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandmeldcentrale | brandmeldcentrales |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- centrale waar alle signalen van rookmelders, handbrandmelders en andere beveiligingssensoren samenkomen
Gangbaarheid
- Het woord 'brandmeldcentrale' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.