brandhoren
Uiterlijk
- Geluid: brandhoren (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- brand·ho·ren
- samenstelling van brand en horen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandhoren | brandhorens |
verkleinwoord | brandhorentje | brandhorentjes |
het brandhoren o
- (buikpotigen) Bolinus brandaris een in zee levende slakkensoort uit de familie Muricidae
- Het woord 'brandhoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.