brandslang
Uiterlijk
- Geluid: brandslang (hulp, bestand)
- brand·slang
- samenstelling van brand en slang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandslang | brandslangen |
verkleinwoord | brandslangetje | brandslangetjes |
- een speciale, sterke waterslang voor bluswerken (sterk omdat water in grote hoeveelheden en onder hoge druk door deze slang moet kunnen gaan zonder dat de slang knapt)
- Hij legde nieuwe leidingen aan en installeerde vier nieuwe pompen, het water beukte zich naar buiten ‘als uit een brandslang’ en nog was het niet goed. ‘Als ik tienduizenden troepen in een dag kan verplaatsen, dan kun jij toch wel de badkamer maken zoals ik dat wil!!’ brulde Johnson op een dag. De verlossing kwam toen Nixon aantrad en zei: ‘Haal die rotzooi maar weg.’[1]
1.
- Het woord brandslang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brandslang" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Maartje Somers NRC 9 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be