brandzolder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brandzolder (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbrɑnt.zɔl.dər/
Woordafbreking
- brand·zol·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brand en zolder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brandzolder | brandzolders |
verkleinwoord | brandzoldertje | brandzoldertjes |
Zelfstandig naamwoord
de brandzolder m
Gangbaarheid
- Het woord 'brandzolder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.