vallen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- val·len
Woordherkomst en -opbouw
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vallen |
viel |
gevallen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
vallen
- ergatief vrijelijk onder invloed van de zwaartekracht naar de aarde bewegen
- De roekeloze beklimmer van het gebouw viel gelukkig niet.
- vrijelijk neerhangen
- Zijn lange haren vielen in krullen over zijn schouders.
- ergatief, (militair) ondanks verzet in vijandelijke handen komen
- Die stad is snel gevallen.
- ergatief, (militair) sterven in de strijd
- Adolf viel in de slag bij Heiligerlee.
- ~ te: drukt een mogelijkheid uit
- Daar viel bitter weinig aan te veranderen.
- koppelwerkwoord ~ + meewerkend voorwerp op een bepaalde manier ervaren worden
- Het afscheid is hem erg zwaar gevallen.
Synoniemen
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. vrijelijk onder invloed van de zwaartekracht naar de aarde bewegen
uit de boot vallen
|
laten vallen
Zelfstandig naamwoord
vallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord val
Gangbaarheid
- Het woord vallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vallen' herkend door
100 % | van de Nederlanders |
100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Koppelwerkwoord in het Nederlands
- Zelfstandig-naamwoordsvorm in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %