vellen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vel·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘doen vallen’ voor het eerst aangetroffen in 1220 [1]
- (causatief) van vallen. [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vellen |
velde |
geveld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vellen
- overgankelijk neer doen komen, doen vallen
- Hij velde zijn tegenstander met een rechtse hoek.
Hyponiemen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de vellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vel
Gangbaarheid
- Het woord vellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vellen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "vellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vellen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ vellen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Causatief in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %