valhelm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

logo van een helm
Uitspraak
Woordafbreking
  • val·helm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord valhelm valhelmen
verkleinwoord valhelmpje valhelmpjes

Zelfstandig naamwoord

de valhelmm

  1. (verkeer) (hoofddeksel) hoofddeksel dat het hoofd beschermt bij een val
    • Maar voor een motor is ook het volledig bewijzen van de kosten toegestaan. Je kunt dan je benzine inbrengen, maar ook je motor zelf afschrijven. Daarbij kun je dan ook nog een aantal extra kosten inbrengen als beroepskosten. Denk maar aan een valhelm, broek, handschoenen... [1] 
    • Een scooter huren op vakantie is leuk, maar ook levensgevaarlijk. Dat ondervond Josephine Rees (23) uit Alkmaar afgelopen mei in Cambodja. Zij stapte 's nachts achterop bij een vriend. Toen uit het niets een taxi van rechts kwam, was uitwijken onmogelijk. "De enige reden dat wij het overleefd hebben, is dat we gelukkig een valhelm droegen."[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 16 mei 2017 door Wim Lecluyse.
  2. Tubantia 13 juli 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be