Naar inhoud springen

donkerleigrijs

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 15:25 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • don·ker·lei·grijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord donkerleigrijs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

donkerleigrijs o

  1. (kleur) een grijze kleur, een donkere variant van het leigrijs, de kleur van leien
    • Heeft u die ook in het donkerleigrijs? 
stellend
onverbogen donkerleigrijs
verbogen donkerleigrijze

Bijvoeglijk naamwoord

donkerleigrijs

  1. (kleur) de kleur donkerleigrijs hebbend
    • Hij rijdt in een donkerleigrijze auto. 


Gangbaarheid