purper: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 12: | Regel 12: | ||
#{{kleur|nld}} een [[paars]]ige kleur |
#{{kleur|nld}} een [[paars]]ige kleur |
||
{{bijv-1|Heeft u die ook in het '''{{pn}}'''?}} |
{{bijv-1|Heeft u die ook in het '''{{pn}}'''?}} |
||
{{adjcomp|{{pn}}| |
{{adjcomp|{{pn}}|pred=1|nocomp=1}} |
||
{{-adjc-|nld}} |
{{-adjc-|nld}} |
||
'''{{pn}}''' |
'''{{pn}}''' |
Versie van 7 nov 2016 13:27
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pur·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | purper | purpers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | purper |
verbogen | (alleen predicaat) |
Bijvoeglijk naamwoord
purper
- (kleur) de kleur purper hebbend
- Hij rijdt in een purpere auto.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
purperen |
purper
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
- Ik purper.
- gebiedende wijs van purperen
- Purper!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van purperen
- Purper je?
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)