kerst
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van Kerstmis
Woordafbreking
- kerst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerst | kersten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
- Ze bracht de kerst alleen door.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kerst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kerst" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Woordafbreking
- kerst
Zelfstandig naamwoord
kerst
Schrijfwijzen
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Veluws
Woordafbreking
- kerst
Zelfstandig naamwoord
kerst
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Religie in het Nedersaksisch
- Kerst in het Nedersaksisch
- Feest in het Nedersaksisch
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Religie in het Veluws
- Kerst in het Veluws
- Feest in het Veluws