kerstroos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kerstroos Helleborus niger
kerstroos Euphorbia pulcherrima
Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·roos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstroos kerstrozen
verkleinwoord kerstroosje kerstroosjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstroosv / m

  1. (bloemplanten) Helleborus niger op Wikispecies plant uit het geslacht nieskruid, waartoe ook de lenteroos (Helleborus oriëntalis) en stinkend nieskruid (Helleborus foetida op Wikispecies) behoren en die in de winter bloeit. De kerstroos staat bekend als heksenkruid
    • Twee echte buitenplanten die ’s winters bloeien, krijgen nog wel een vermelding: winterjasmijn en kerstroos. Maar ook van deze planten geldt dat ze niet inheems zijn, en dat zegt Thijsse er ook eerlijk bij.[3] 
  2. (plantkunde) Euphorbia pulcherrima op Wikispecies
Hyperoniemen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen