kerstkribbe
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstkribbe (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·krib·be
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstkribbe | kerstkribben kerstkribbes |
verkleinwoord | kerstkribbetje | kerstkribbetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kerst) kerstversiering in een kerststal waarbij het kindje Jezus in een voederbak gelegd is
- Rond de kerstkribbe stonden Maria, Jozef, herders, schapen, engelen en de wijzen uit het oosten.
- ▸ Ze had honderden details herkend, de kerstboomversiering, de kerstkribbe, de decoraties, het serviesgoed, de tafelkleden, de bedienden die meededen met de dans om de boom, alles. Ook Eric zou er behoorlijk veel van herkennen door de Kerstmissen in Saltsjôbaden.[1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149