kersthistoricus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·his·to·ri·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kersthistoricus kersthistorici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kersthistoricusm

  1. (kerst) (beroep) een historicus die zich verdiept heeft in de geschiedenis en oorsprong van het kerstfeest
    • De kersthistoricus gaf een uitgebreide lezing over hoe de kerstgebruiken door de eeuwen heen veranderd waren. 
Verwante begrippen