kerstbrood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·brood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstbrood kerstbroden
verkleinwoord kerstbroodje kerstbroodjes

Zelfstandig naamwoord

het kerstbroodo

  1. (voeding) (kerst) een speciaal brood gebakken voor de kerst gevuld met noten, vruchten en spijs
    • Op kerstavond bakken zij altijd een kerstbrood. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie