kerstverkoop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstverkoop | kerstverkopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kerstverkoop m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstverkoop | kerstverkopen |
verkleinwoord |
de kerstverkoop m