kersten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kersten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrstə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛr.stən/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈkɛr.stən/
Woordafbreking
- ker·sten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kerstenen |
kersten
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerstenen
- Ik kersten.
- gebiedende wijs van kerstenen
- Kersten!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerstenen
- Kersten je?
Zelfstandig naamwoord
de kersten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kerst
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.