kerstshow

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·show
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstshow kerstshows
verkleinwoord kerstshowtje kerstshowtjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstshowm

  1. (kerst) een feestelijke voorstelling in kerstsfeer, vaak met dans en muziek dat op of vlak voor de kerstdagen wordt opgevoerd
    • De filmpjes worden online massaal bekeken en gedeeld, en na succesvolle shows op Pukkelpop staan ze binnenkort in de Ancienne Belgique met een kerstshow.[1] 
    • All You Need is Love is een van de langst lopende programma's op tv. Vorig jaar trok de jubileumeditie (25e uitzending) van de kerstshow 3 miljoen kijkers. Het jaar ervoor keken er 2,9 miljoen mensen naar. Dit jaar was de liefdesshow iets minder trek, maar stond het nog steeds op de eerste plek in de kijkcijferlijst.[2] 
    • Alsof dit niet genoeg is, treedt Verhulst elke zomer vijf weken lang op in Plopsaland De Panne, met Samson. Dan bestaat het publiek uit kinderen, net als bij hun jaarlijkse kerstshows in het theater - binnenkort voor de 27ste keer. Het zijn lange werkweken, maar 'Gertje'houdt het vol omdat hij optreden geweldig vindt.[3] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 25 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia Mark den Blanken 25-DECEMBER-2017
  3. Volkskrant Menno van Dongen 21 november 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be