distels
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dis·tels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | distels | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de distels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord distel
- meervoudsvorm als officiële benaming (bloemplanten) een geslacht Carduus van stekelige planten met bloemen in hoofdjes, omgeven door puntige omwindselblaadjes. De kleur is meestal rood tot paars, soms lila of wit. De vruchtjes aan de top zijn voorzien van vruchtpluis (distelpluis)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
- aarddistel, akkerdistel, akkermelkdistel, beklierde kogeldistel, blauwe zeedistel, bleekgele vederdistel, driedistel, echte kruisdistel, gekroesde melkdistel, gewone melkdistel, knoldistel, kruisdistel, mariadistel, melkdistel, moerasmelkdistel, moesdistel, sombere vederdistel, speerdistel, stinkdistel, vederdistel, wegdistel, wollige distel, zilverdistel
Afgeleide begrippen
- distelaardvlo, distelachtig, distelbladroller, distelbloem, distelboktor, distelboorvlieg, distelbremraap, distelgal, distelglimmer, distelhaak, distelhaas, distelhermelijntje, distelhoofdjes, distelkaartmot, distelkleur, distelkleurig, distelknoopvlekje, distelkokermot, distelnetwants, disteloester, distelolie, distelpalpmot, distelpluis, distelschaar, distelschildkever, distelsnuitkever, distelstaart, disteltang, distelveld, distelvink, distelvlinder, distelzaad, distelzadelmot, distelzandvleugeltje, grijze distelstaart, groene distelsnuitkever, trage distelsnuitkever, wollige distelboorvlieg, wollige distelsnuitkever
Gangbaarheid
- Het woord distels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.