bosgroen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 5: | Regel 5: | ||
{{-syll-}} |
{{-syll-}} |
||
* bos·groen |
* bos·groen |
||
⚫ | |||
{{-etym-}} |
{{-etym-}} |
||
* {{samenstelling||bos||groen}} |
* {{samenstelling||bos||groen}} |
||
Regel 20: | Regel 19: | ||
{{kleuren-nld}} |
{{kleuren-nld}} |
||
{{-preval-}} |
|||
⚫ |
Versie van 23 dec 2018 01:37
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·groen
Woordherkomst en -opbouw
- gebruik: {{samen|nld|…}}
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosgroen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bosgroen o
- (kleur) de groene kleur van een bos
- Heeft u die ook in het bosgroen?
stellend | |
---|---|
onverbogen | bosgroen |
verbogen | bosgroene |
Bijvoeglijk naamwoord
bosgroen
- (kleur) de kleur bosgroen hebbend
- Hij rijdt in een bosgroene auto.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Gangbaarheid
- Het woord 'bosgroen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.