mei
Uiterlijk

Très Riches Heures du duc de Berry
- mei
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vijfde maand’ voor het eerst aangetroffen in 1270 [1]
- Komt van het Latijnse mensis Maius. Mogelijk is de maand vernoemd naar de Romeinse godin Maia, de godin van de aarde.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | mei | meien |
| verkleinwoord | meitje | meitjes |
de mei m
- (tijdrekening) de vijfde maand van het jaar
- In Nederland valt dodenherdenking op 4 mei en bevrijdingsdag op 5 mei.
- ▸ Hierdoor starten de meeste North Bounders (NOBO) tussen maart en mei om in september het eindpunt te bereiken.[2]
- ▸ Precies dertig jaar geleden, op 1 mei 1995, begon de eerste Nederlandse muziekzender op tv. TMF (The Music Factory) bestaat inmiddels al veertien jaar niet meer, maar heeft een blijvende indruk achtergelaten op de Nederlandse muziek. "TMF was de shit vroeger".[3]
|
|
| Maanden in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| januari | februari | maart | april | mei | juni | juli | augustus | september | oktober | november | december |
1. de vijfde maand van het jaar
- Het woord mei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mei" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "mei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑
Weblink bron “30 jaar geleden begon TMF, herinneringen nog springlevend” (1 mei 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | ego | nōs |
| accusatief | mē | |
| genitief | mei | nostri |
| datief | mihi | nōbis |
| ablatief | mē |
mĕi
meī
mei
mei
- Ontleend aan het Nederlandse mei.
| enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
|---|---|
| mei | - |
mei
| Maanden in het Papiaments | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Bonaire en Curaçao: Aruba: |
yanüari januari januari |
febrüari februari februari |
mart maart maart |
aprel april april |
mei mei mei |
yüni juni juni |
yüli juli juli |
ougùstùs augustus augustus |
sèptèmber september september |
oktober october oktober |
novèmber november november |
desèmber december december |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Tijdrekening in het Nederlands
- Maand in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Latijn
- Persoonlijk voornaamwoord in het Latijn
- Bezittelijk voornaamwoord in het Latijn
- Woorden in het Maori
- Zelfstandig naamwoord in het Maori
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Maand in het Nedersaksisch
- Woorden in het Papiaments
- Zelfstandig naamwoord in het Papiaments
- Maand in het Papiaments