lavendel
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/7e/Single_lavender_flower02.jpg/180px-Single_lavender_flower02.jpg)
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·ven·del
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘heestergeslacht, de bloemen daarvan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lavendel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
lavendel
- v/m (plantkunde) Lavandula, een struik uit de lipbloemenfamilie Lamiaceae die vaak is terug te vinden in tuinen omwille van de paarse kleur en de geur van de bloemen
- o (kleur) de kleur van lavendel
- Heeft u die ook in het lavendel?
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. Lavandula, een struik uit de lipbloemenfamilie Lamiaceae die vaak is terug te vinden in tuinen omwille van de paarse kleur en de geur van de bloemen
Gangbaarheid
- Het woord lavendel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lavendel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
Verwijzingen
- ↑ "lavendel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %