rond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bolvormig’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1836 [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rond | ronder | rondst |
verbogen | ronde | rondere | rondste |
partitief | ronds | ronders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rond
- cirkelvormig.
- Koning Arthur zat aan een ronde tafel met zijn ridders, in plaats van zich aan het hoofd te plaatsen.
- (oenologie) soepel, zacht, niet scherp, half strak
- De wijn heeft een ronde smaak.
- (bij bedragen:) op een of meer nullen eindigend
- Noem nu even een rond bedrag
- vol, gevuld
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Voorzetsel
rond
Vertalingen
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | rond | |
persoonlijk | errond | |
aanwijz. | nabij | hierrond |
veraf | daarrond | |
vragend/betrekk. | waarrond |
Bijwoord
rond
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- Zij draaide van duizeligheid rond.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rond | ronden |
verkleinwoord | rondje | rondjes |
Zelfstandig naamwoord
- ronde, cirkelvormige ruimte
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ronden |
rond
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronden
- Ik rond.
- gebiedende wijs van ronden
- Rond!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronden
- Rond je?
Gangbaarheid
- Het woord rond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rond" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ rond op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "rond" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Bijvoeglijk naamwoord
rond
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
rond m
- (spreektaal) cent, sou
- «J'ai plus un rond!»
- Ik heb geen rooie cent meer! [1]
- «J'ai plus un rond!»
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Oenologie in het Nederlands
- Voorzetsel in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans