rondsnuffelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond·snuf·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rond en snuffelen
Werkwoord
rondsnuffelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondsnuffelen |
snuffelde rond |
rondgesnuffeld |
zwak -d | volledig |
- heimelijk en zonder plan her en der kijken uit nieuwsgierigheid
- Bij De Wereld Draait Door kwam het idee voor een pop-upmuseum spontaan op, los van Haagse beleidsplannen. Maar de musea stonden te dringen om mee te werken. Tien musea doen nu mee, maar meer musea melden zich bij het televisieprogramma om mee te doen en gastconservatoren van DWDD te laten rondsnuffelen in hun depots. Dit is wat Bussemaker graag wil. Dit is ook waarom ze het pop-upmuseum toejuicht en het zelf wilde openen. Indirect met haar geld steunt het Mondriaan Fonds met een financiële bijdrage het project, waarvan de kosten worden gedragen door het ontvangende Allard Pierson Museum. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rondsnuffelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rondsnuffelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Daan van Lent 16 februari 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %