Naar inhoud springen

gevangenisruimte

Uit WikiWoordenboek
  • ge·van·ge·nis·ruim·te
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangenisruimte gevangenisruimtes
gevangenisruimten
verkleinwoord - -

de gevangenisruimtev

  1. geheel van plaatsen waar misdadigers kunnen worden opgesloten
     Agenten lopen hier in stoere nieuwe uniformen, gevangenisruimte is er te over, criminaliteit neemt af, rechters doen gewoon hun werk en de advocatuur wordt stilletjes groter.[1]
     Bij Justitie leven al langer plannen om kazernes te gebruiken als gevangenisruimte om het cellentekort te bestrijden.[2]
     Tegelijk echter betekenen de besnoeiingen van Reagan overal vermindering van politie, justitiële apparaten en gevangenisruimtes.[3]
  2. plaats binnen een gebouw waar misdadigers kunnen worden opgesloten
     In een afgelegen, donkere zolderruimte draait een prachtige film van Danielle van Vree, waarop twee magere mannen in een kale gevangenisruimte een bed trachten te delen.[4]
     De carré-, rechthoek- of onregelmatige trapeziumvorm maakte bij de fundering der gezamenlijke gebouwen meestal het grondplan uit, althans van de eigenlijke gevangenisruimten, (…)[5]
  1. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2021 Weblink bron
    Folkert Jensma
    “De vluchtelingen komen ook voor recht en vrijheid” (19 september 2015) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2021 Weblink bron “Opsluiting vreemdelingen in kazerne” (10 april 1993)
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2021 Weblink bron "Wanorde is de prijs voor vrijheid" in: de Stem, jrg. 122 nr. 19698 (6 februari 1982), p. 25 kol. 3
  4. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2021 Weblink bron
    Sandra Heerma van Voss
    “Klagende tas en krant vol leugens op Open Ateliers” (27 november 2003) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 30 november 2021 Weblink bron
    A. Hallema
    Paus Clemens XI als gevangenishervormer zijner eeuw : Van opsluiting tot verbetering, selectie en individuele behandeling der gedetineerden in: Streven., jrg. 7 deel 2 nr. 11/12 (augustus/september 1954), Desclée De Brouwer, Amsterdam / Brussel, p. 423