Naar inhoud springen

verdieping

Uit WikiWoordenboek
  • ver·die·ping
enkelvoud meervoud
naamwoord verdieping verdiepingen
verkleinwoord verdiepinkje verdiepinkjes

deverdiepingv

  1. het dieper maken
  2. een bepaalde diepte
  3. (bouwkunde) alle ruimten op één hoogte in een gebouw
    • Ik keek omhoog en telde twaalf verdiepingen. Wasrekjes met ondergoed en sokken hingen uit de ramen. Op de bovenste verdieping hing een donkere vrouw met haar armen over de vensterbank. Ze had een handdoek in haar haar geknoopt. [3] 
     Het eerste wat ik in South Lake Tahoe deed was het befaamde casinobuffet opzoeken op de 18e verdieping van het glanzende Harrah’s Hotel.[4]
     Hij hoorde zijn zus en Olive de krakende trap naar de eerste verdieping op lopen en daarna de zoldertrap.[5]
  4. het verdiepen van kennis of vaardigheden
    • Bij dit werkcollege hoorde nog een verdiepingsopdracht. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]
  1. "verdieping" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. verdieping op website: Etymologiebank.nl
  3. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 181
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be