terug
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terug (hulp, bestand)
- IPA: / təˈrʏx / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /trʏχ/, /təˈrʏχ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /təˈrʏx/
Woordafbreking
- te·rug
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van richting: achteruit, retour’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1]
Bijwoord
terug
- alweer, opnieuw
- Hij is terug ziek geworden.
- weer naar het punt van uitgang
- Ik ga weer terug naar huis.
- achteruit
- Ga eens even een meter terug, volgens mij ben je op iets getreden.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- dezelfde weg terug afleggen
- terug van weggeweest
Vertalingen
terug van weggeweest
Achterzetsel
terug
- geleden
- Drie weken terug heb ik een e-mailbericht van hem ontvangen.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "terug" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijwoord in het Nederlands
- Achterzetsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %