terugvloeien

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·vloei·en
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

terugvloeien

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugvloeien
vloeide terug
teruggevloeid
zwak -d volledig
  1. teruggaan naar waar iets vandaan is gekomen
     Met dit standpunt neemt Hamer afstand van het uitgangspunt dat in het debat over de bezuinigingen geen enkel onderwerp taboe zou zijn. Hamer vindt wel dat moet worden bekeken of er efficiënter gewerkt kan worden in het onderwijs, maar de eventuele opbrengst daarvan moet terugvloeien naar het onderwijs.[1]
     Helemaal gratis krijgen de kopers de grond niet, zegt Van den Berg. "Naar de exacte invulling zijn we nog aan het kijken. Het wordt waarschijnlijk een hele kleine rente, van 1,3 procent. De grond blijft zolang de koper in het huis woont van de gemeente, tenzij de koper het wil overkopen. Wanneer dit niet gebeurt en de woning uiteindelijk weer verkocht wordt, zal ook een derde van de verkoopprijs weer terugvloeien naar de gemeente."[2]


Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Hamer: niet bezuinigen op onderwijs” (Dinsdag 9 februari 2010, 08:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Ton van de gemeente: Westland gaat startende huizenkopers helpen” (Maandag 16 mei 2022, 10:51), NOS