terugverdienen
Uiterlijk
- te·rug·ver·die·nen
- samenstelling van terug bw en verdienen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugverdienen |
verdiende terug |
terugverdiend |
zwak -d | volledig |
terugverdienen
- een eerder verlies of kostenpost weer goedmaken
- Die nieuwe computer was zo weer terugverdiend.
- Het woord terugverdienen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.